Schilders T – Z

Fernand Toussaint werd in 1873 geboren in een welgestelde, verfijnde en culturele familie, zijn talent werd al op zeer jonge leeftijd ontdekt en gestimuleerd. Op 15 jarige leeftijd werd hij leerling van Jean Portaels, een vindingrijke en veeleisende leraar die de tekenkunst van het hoogste belang vond. In 1891 ging hij verder studeren in Parijs. Fernand Toussaint was gefascineerd door schilders, gespecialiseerd in vrouwenportretten, hun invloed zal zijn hele leven blijven. Toussaint was een kunstenaar met een aristocratische en verfijnde smaak, ook blonk hij uit als bloemenschilder. Bloemen behoorden in dezelfde zachte en sensuele sfeer als vrouwen. Vooral rozen, in volle bloei, waren zijn favoriete bloemen. Zijn meest invloedrijke leermeester was Alfred Stevens.

Prijs € 1650,-

Charles Verlat romantisch-realistisch schilder en graveur van historische en genretaferelen, portretten en dieren. Opleiding aan de Antwerpse Academie (G. Wappers, N. De Keyser) en bij E. Hamman en J. Lies in Antwerpen. Leraar en directeur aan de Academie van Weimar (1869-74). Directeur (1885) aan de Academie van Antwerpen. Hij vormt er o.m. R. Baseleer, C. Boom, H. Luyten en H. van de Velde en speelt een belangrijke rol in het kunstleven van Antwerpen. Is een aanhanger van het realisme en het naturalisme maar evolueert naar een traditionalistischere benadering. Door zijn traditionalisme komt hij echter mettertijd in conflict met de nieuwlichters. Hij is vooral vermaard voor zijn monumentale romantisch-naturalistische genretaferelen met meer dan levensgrote figuren en dieren. Realiseert ook enkele grootse panorama’s (o.m. Waterloo en Moskou). Schildert en graveert ook satirische taferelen van dieren in menselijke situaties.

Prijs € 2450,-

Petrus Gerardus Vertin woonde en werkte vooral in Den Haag. Hij schilderde stadsgezichten en straatjes in zomer en in winter. Soms is zijn werk topografisch, maar meestal schilderde hij fantasie gezichten. Vooral aan zijn straatjes besteedde hij veel aandacht aan de weerkaatsing van het licht.
Musea: Centraal Museum Utrecht en het Haags Gemeentemuseum.
 
Prijs 4000,-

Ben Viegers woonde en werkte in Den Haag tot 1938, Nunspeet 1938-1940, Bakkum tot 1942, Hilversum tot 1943 ; daarna in Nunspeet. Vormde zich zelf. Schilderde landschappen, stadsgezichten, zee en havengezichten, stillevens en bloemen. Werk in Rijkscollectie. Museum Nunspeet heeft een grote collectie van deze kunstenaar.

Prijs € 1450,-

Ben Viegers woonde en werkte in Den Haag tot 1938, Nunspeet 1938-1940, Bakkum tot 1942, Hilversum tot 1943 ; daarna in Nunspeet. Vormde zich zelf. Schilderde landschappen, stadsgezichten, zee en havengezichten, stillevens en bloemen. Werk in Rijkscollectie. Museum Nunspeet heeft een grote collectie van deze kunstenaar.

Prijs Verkocht

Leendert van der Vlist had alles om tot een succesvol schilder uit te groeien. Hij had aanleg, de goede leermeester – Willem de Zwart – en het geluk dat zijn talent al vroeg werd herkend. In 1913 verkreeg hij de koninklijke subsidie en 25 jaar later, in 1938, was hij de winnaar van de 1ste prijs van het Willink van Collenfonds. Van der Vlist was een reislustig kunstenaar met een voorkeur voor zuidelijker streken. Italië, de Middellandse Zee en zonnige eilanden zijn dikwijls het onderwerp van zijn schilderijen en schetsen. Toch is het merendeel van zijn oeuvre ontstaan in Nederland in de streek waar hij zijn hele leven heft gewoond en gewerkt. Het is in deze omgeving van de Rijnlandse landschappen dat de invloed van zijn leermeester Willem de Zwart het meest herkenbaar is.

Prijs € 1650,–

Sebastiaan Voorn Boers werd in 1828 in Rotterdam geboren als zoon van de destijds bekende steendrukker en uitgever S. Ph. Voorn Boers. In het bedrijf van zijn vader leerde hij al op jonge leeftijd het steendrukken en lithograferen. Daarnaast ontwikkelde hij zich tot een veelzijdig schilder met een voorkeur voor rijk uitgewerkte stillevens van bloemen en vruchten, vaak traditioneel geschikt op een marmeren plint. Zijn werk was geliefd bij tijdgenoten, met name door het verfijnde penseelgebruik en de grote natuurgetrouwheid. Ook landschappen, stillevens en portretten behoren tot zijn oeuvre.
 
Prijs € 1450,-

Schilder van dieren. De Vos was een leerling van de dierenschilder Edouard Woutermeartens op de academie in zijn stad. Hij schilderde vooral honden en apen in een realistische en met een psychologische gevoeligheid. De Vos ontpopt zich in zijn honden en apengezelschappen tot een gemoedelijke spotvogel.
Hij exposeerde regelmatig in Belgie en Frankrijk, maar had ook veel succes in Amerika. Werken in Musea te Brugge Kortrijk, Rijsel en Tourcoing.

Prijs € 4250,-

Cornelis Vreedenburgh was grotendeels autodidact. Aanvankelijk werkte hij als huisschilder en tekende en schilderde in zijn vrije tijd, totdat hij zich 1904 door een koninklijke subsidie geheel aan de schilderkunst kon wijden. Veel had hij aan de adviezen van W.B. Tholen, die hem vaak op zijn boot meenam over de Kaag en de Loosdrechtse plassen. De weide- en watertaferelen die Vreedenburgh schilderde waren direct zeer geliefd door hun sterke kleuren en de treffende manier waarop hij het licht en de atmosfeer van het Hollandse landschap kon weergeven. In 1918 vestigde de schilder zich in Laren. Vanaf die tijd ontstonden ook veel Amsterdamse stadsgezichten. Musea: o.a. Singer Museum in Laren en Centraal Museum in Utrecht.

W.G. Wagner was van origine Hagenaar. Hij doorliep de stadstekenschool en oefende zich daarna in schilderen door het kopiëren van oude meesters in het Mauritshuis. Mogelijk had hij er ook contact met Charles Leickert, die in dezelfde tijd leerling was van Andreas Schelfhout. Net als veel andere romantische schilders maakte hij vanaf 1839 studiereizen naar België en Duitsland. In zijn oeuvre overheersen stadsgezichten en landschappen, meestal met water.

Prijs € verkocht

Ype Wenning werd geboren in Leeuwarden en woon-de en werkte daarna in verschillende steden waaronder langere tijd in Den Haag. Hij schilderde stads- en dorpsgezichten, figuren en Friese en Zuid-Hollandse landschappen. Vooral in dit laatste genre muntte hij uit. Zijn werk wordt gekarakteriseerd door een brede, impressionistische toets en voor-zichtige, gedempte kleuren. Musea: o.a. Haags Gemeentemuseum.

Prijs € 2750,-

Nicolaas Martinus Wijdoogen was werkzaam van 1824 tot 1852 in Amsterdam. Schilder van rivier en zeegezichten. Vervaardigde ook enkele bloemstukken en stillevens. Tentoonstelling te Amsterdam, Groningen en Kampen. Museum Fodor Amsterdam bezit werk van zijn hand.

Wijdoogen was een Nederlands kunstschilder. Hij was vooral werkzaam in Amsterdam, waar hij onder meer in 1848 ook exposeerde. Er zijn tot op heden geen genealogische bewijzen te vinden over zijn geboorte en overlijden, de daarover vermelde gegevens zijn niet te verifiëren. Wijdoogen staat vermeld in het Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950. Hij schilderde vooral schepen en winterlandschappen. Tijdens de hierboven genoemde expositie gaf hij als adres op “Bij de heer Vettewinkel, Oude Waal nr.6, in Amsterdam”; dit was waarschijnlijk de kunstschilder Hendrik Vettewinkel Dzn (20 oktober 1809 – 8 mei 1878), waarvan hij vermoedelijk een leerling was. Later richtte Vettewinkel een “Schilders en vergulderzaak” op. Het bedrijf Vettewinkel werd later deel van Sigma Coatings. Volgens Scheen 1981 geboren in 1814. Mededeling dhr. E. Oudshoorn, De Rijp/dhr. W. Wijdoogen, Wormerveer 19-01-2006; Scheen 1981 vermeldt foutief dat Wijdoogen in 1888 overleed in de Belgische plaats Zwijndrecht; Wijdoogen overleed in Kopenhagen aan een longontsteking.

Prijs € 2250,-

Leerling van J. de Meijer,vormde zich verder zelf. Maakte studiereizen naar Duitsland en België.Schilderde voornamelijk landschappen. Tentoonstellingen van zijn werk werden gehouden te Amsterdam, Rotterdam, en Den Haag. Diverse musea hebben werk van hem, waaronder het museum Haus Koekoek te Kleef.

Prijs € 3500,-

Leerling van J. de Meijer,vormde zich verder zelf. Maakte studiereizen naar Duitsland en Belgie.Schilderde voornamelijk landschappen. Tentoonstellingen van zijn werk werden gehouden te Amsterdam, Rotterdam, en Den Haag. Diverse musea hebben werk van hem, waaronder het museum Haus Koekoek te Kleef.

Prijs € 5000,-

Leerling van J. de Meijer,vormde zich verder zelf. Maakte studiereizen naar Duitsland en België.Schilderde voornamelijk landschappen. Tentoonstellingen van zijn werk werden gehouden te Amsterdam, Rotterdam, en Den Haag. Diverse musea hebben werk van hem, waaronder het museum Haus Koekoek te Kleef.

Prijs € 4000,-

Leerling van J. de Meijer, vormde zich verder zelf. Maakte studiereizen naar Duitsland en België.  Schilderde voornamelijk landschappen. Tentoonstellingen van zijn werk werden gehouden te Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Diverse musea hebben werk van hem, waaronder het museum Haus Koekoek te Kleef.

Prijs € 1000,-

Leerling van J. de Meijer,vormde zich verder zelf. Maakte studiereizen naar Duitsland en België.Schilderde voornamelijk landschappen. Tentoonstellingen van zijn werk werden gehouden te Amsterdam, Rotterdam, en Den Haag. Diverse musea hebben werk van hem, waaronder het museum Haus Koekoek te Kleef.

Prijs € 6000,-

De kunstschilder Jan Hilbrand Wijsmuller schilderde zowel landschappen, stadsgezichten en strandgezichten met bomschuiten en schelpenvissers in de trant van de Haagse School. Hij moet eigenlijk tot de zogenaamde nabloei van de Haagse School worden gerekend. Hij was tevens een zeer gedegen aquarelist. En er zijn ook etsten van zijn hand bekend. Deze van origine Amsterdamse kunstenaar werd op 13 februari in 1855 te Amsterdam geboren. Hij volgde eerst in zijn geboorteplaats aan de Rijksacademie een opleiding, waar hij als jong kunstschilder veel succes oogstte met zijn stadsgezichten en landschappen van Amsterdam omgeving. Door een koninklijke subsidie, kon hij eind jaren zeventig ook nog anderhalf jaar verder studeren aan de Rijksacademies van Den Haag. Daar werd hij tevens lid van Pulchri Studio. In 1882 bezocht hij de Brusselse Academie van Beelden Kunst, waar hij vermoedelijk P.J.C. Gabriël ontmoette. Gabriël wordt beschouwd als één van de grote meesters van de Haagse School en als één van de belangrijkste Kortenhoefse Schilders. In die tijd had Wijsmuller zich tevens ontwikkeld als een knap aquarellist. Vanwege zijn capaciteiten op dit vlak, werd hij toegelaten tot de Sociéte Belge des Aquarellistes. Jan Hilbrand Wijsmuller, kreeg al snel de bijnaam “Jan de Goeierd”, omdat hij zovele onderscheidingen op diverse tentoonstellingen behaalde. Weer terug in Nederland is vooral het polder- en plassengebied tot zijn favoriete werkplek geworden. Hij is veel in Kortenhoef te vinden, waar hij eindeloos boerderijen, poldervaarten en dorpsgezichten tekent en schildert. In Kortenhoef was hij ook bevriend met Bernard van Beek, die hem vaak om raadgevingen vroeg. Ook in het Rechthuis van Kortenhoef was Wijsmuller vaak te vinden. In de collectie geschonken werken, die het Rechthuis tot een klein museum maakte in die tijd, ontbrak zijn werk dan ook niet. En ook in de exposities die in het Atelier “De Karakiet” van Geesje Mesdag-van Calcar (Leerlinge van Gabriël en tweede vrouw van  Mesdag) was zijn werk een aantal keren vertegenwoordigd. Wijsmuller werkte zowel in olieverf als met aquarel. Zijn vlotte schildertrant en frisse kleuren leveren hem zoveel succes op, dat all in zijn tijd diiverse musea werk van hem aankopen. In de zomermaanden verbleef hij ook vaak lange tijd in Gelderland, waar hij vele Gelderse dorpsstraatjes schilderde. Verder heeft hij ook veel knap uitgewerkte stadsgezichten van Amsterdam en Den Haag gemaakt. Wijsmuller was lid van “Arti et Amicitiae” te Amsterdam.  Hij heeft les gegeven aan P. van Suij. En gaf raadgevingen aan B.A. van Beek en L.G.J. Berkenmeier. Wijsmuller overleed op 23 mei 1925 in zijn geboorteplaats Amsterdam. Musea: o.a. Stedelijk Museum in Amsterdam.

Prijs € 6500,-

Geboren in Brussel, woonde vanaf zijn vijfde jaar in Leiden waar hij samen met A.J. van Driesten en W.H van der Nat de basis vormde van de Leidse School van begin 20ste eeuw. Hij schilderde bij voorkeur oude boerenwoningen en stillevens. Zeer goed aquarellist en etser. Zijn werk was van invloed op tal van schilders uit zijn omgeving.

Prijs € 1850,-

Geboren in Brussel, woonde vanaf zijn vijfde jaar in Leiden waar hij samen met A.J. van Driesten en W.H van der Nat de basis vormde van de Leidse School van begin 20ste eeuw. Hij schilderde bij voorkeur oude boerenwoningen en stillevens. Zeer goed aquarellist en etser. Zijn werk was van invloed op tal van schilders uit zijn omgeving.

Prijs € 3750,-

Broer en leermeester van L van de Windt. Woonde en werkte van 1882 af in Leiden. Leerling van de Ambachtsschool aldaar huisschilder, later kreeg hij les in ornament tekenen. Vormde zich zelf, en was aanvankelijk huisschilder en decoratieschilder. Later door zijn talent geheel kunstschilder in de trant van de Haagse School.

Prijs € 2750,-

Hendrik Jan Wolter was een Nederlands luministische schilder. Zijn vader, Hendrik Jan, was burgerlijk ingenieur en zijn moeder, Johanna Louiza Lorié, stamde uit een Frans Normandische familie. In 1885 verhuisde het gezin naar Amersfoort. Daar volgde de jonge Hendrik Jan de Hoogere Burgerschool, om hierna een loopbaan als officier aan te vangen, te Haarlem aan de Militaire School. Zijn muzikaal-artistieke moeder was hierom echter niet zo geestdriftig. Met haar hulp kon hij de infanterie-opleiding opgeven en zich, met enthousiasme, aan de tekenkunst begeven. In 1895 werd hij opgenomen in de Académie des Beaux-Arts te Antwerpen. Een jaar later al stapte hij naar het Institut Supérieur. Daar bleef hij 3 jaar werken en werd hij gewaardeerd met deWillink van Collenprijs. Tijdens zijn Antwerps verblijf had hij het pointillistische werk van Georges Seurat, Paul Signac en Théo van Rysselberghe leren kennen en ontstonden zijn onovertroffen luministische doeken. In 1904 trouwde hij met Popkolina Van Hoorn en gingen zij in het Gooikse Laren wonen. Hoewel een paar andere pointillisten Ferdinand Hart Nibbrig en Co Breman daar ook verbleven, heeft Wolter nooit behoord tot de Larense School. Het Gooise dorpsleven was nooit zijn inspiratiebron. Hij voelde zich meer aangetrokken door water, zee en reizen. Hij deed trouwens talloze haventjes aan tot in de Zeeuwse wateren. Hij ontpopte zich als een gedreven plein-air schilder. Omstreeks 1910 trok hij naar de Engelse kusten van Cornwall en Devon om er onvergetelijke stemmingsbeelden te creëren, in de haventjes Polperro, Lynmouth en St. Ives. Kort voor de oorlog 1914-18 betrok hij een atelier aan de Amstel, op de Amsteldijk 14, met zicht op de brug Hoge Sluis. Hier nam hij langzamerhand afstand van zijn divisionistische stijl. Hoewel de speels tintelende kleurentoetsen zijn luministisch palet bleven bevolken, werd zijn verfbewerking pasteuzer, tot zelfs aangesmeerd met het platte mes. In 1920 werd hij ernstig ziek. Dit had een opvallend temperende invloed op zijn kleurige uitbundigheid. In 1924 werd hij hoogleraar aan de Amsterdamse Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Hierbij volgde hij Prof. Nicolaas van der Waay op. In 1930 kwamen een reeks studiereizen aan bod. In Spanje deed hij Motrico aan, in Frankrijk Albi, Cannes en Douarnez en in Italië werd het Rome, Venetië en Camogli. Over dit laatste was hij zo geestdriftig, dat hij, in 1939 na zijn leraarsloopbaan, zelfs in Rome ging wonen. Wolter was niet alleen een virtuoos landschapschilder. Hij was ook figuurschilder met allure, waarbij hij de symboliek van het ouder-worden bewerkte en hij de drie levensfasen van de mens, jeugd-volwassenheid-ouderdom, belichtte. In pakkende krijt- en pasteltekeningen creëerde hij de drukke sfeer in talloze confectie-ateliers en diamantslijperijen. Het begin van de Tweede Wereldoorlog dwong hem uit Italië terug te keren, in 1940. Hij vestigde zich weer in Laren. Een slopende ziekte deed hem te vroeg afzien van verdere activiteit. Jaren na zijn dood kreeg Wolter, in 1959, voor het eerst een buitenlandse expositie. Het werd een opvallende hommage bij Bernheim-Jeune-Dauberville in Parijs.

Prijs